Mag je als schoonmaakster je werk
doen in een rok als de bedrijfskleding daarin niet voorziet? Wat doe je als je
toch graag die rok draagt en je werkgever je sommeert een bedrijfsbroek te
dragen om je werk te doen? De kwestie liep hoog op, zelfs zozeer dat de werknemer
naar huis werd gestuurd en haar werk pas weer mocht hervatten als ze in broek
op het werk verscheen. Ook de salarisbetalingen werden door de werkgever
stopgezet. Is hier sprake van indirecte discriminatie op grond van geslacht?
Een interessante arbeidsrechtelijke kwestie. Verschillende rechtscolleges hebben
zich over deze vraag gebogen.
Feiten
Een schoonmaakster, in dienst van een SW bedrijf en werkzaam op twee
verschillende projecten, krijgt bedrijfskleding uitgereikt. Maar ze wil haar
werk graag doen in een rok. Niet vanwege geloofsovertuiging, maar omdat zij
zich als vrouw in een rok volwaardiger, volwassener en sterker voelt.
Geen rok in
het pakket aan bedrijfskleding
De bedrijfskleding van het betreffende bedrijf voorzag echter niet in een
rok. Na enige tijd de verplichte bedrijfsbroek te hebben gedragen vraagt zij
wederom om een rok. Die wordt echter niet geleverd. Zij besluit achter de
naaimachine te kruipen en de haar ter beschikking gestelde broek te vermaken
tot rok. Zelfde stof, zelfde logo, zakken op de dezelfde plaats.
Werkneemster wordt gesommeerd toch
een rok te dragen
Haar werkgever liet een paar maanden oogluikend toe dat de schoonmaakster
haar werk in een rok doet, maar besloot toch uiteindelijk om haar het vuur aan
de schenen te leggen. Er volgt een sommatie de ter beschikking gestelde bedrijfskleding te
dragen. Dat is de bedrijfsbroek en de bedrijfspolo en dus niet de
tot rok vermaakte broek. De vrouw weigerde en werd met inhouding van salaris
naar huis gestuurd. Zij mocht pas weer op het werk verschijnen zodra zij de
bedrijfsbroek zou gaan dragen.
Naar mijn mening speelde hier de volgende arbeidsrechtelijke kwesties:
1. Indirecte discriminatie.
Is sprake van indirecte discriminatie op grond van geslacht? Van indirecte
discriminatie is sprake indien een ogenschijnlijk neutrale maatregel die voor
iedereen lijkt te gelden, zodanig uitpakt dat feitelijk een bepaalde
groep, mannen of vrouwen, daarvan nadeel ondervindt.
College voor de Rechten van de Mens
Indien je van mening bent dat er mogelijk sprake is van ongelijke
behandeling of discriminatie op grond van geslacht (of op grond van godsdienst, leeftijd of
bijvoorbeeld handicap), dan bestaat de mogelijkheid dat aanhangig te maken bij
het College voor de Rechten van de Mens in Utrecht. Dat kan digitaal en is geheel gratis. Het oordeel van het College is
niet bindend maar kan voor een bedrijf of overheidsinstelling wel een
behoorlijke impact hebben.
Spoedbehandeling
Men kent ook een spoedbehandeling en dus heb ik het College gevraagd zich
met spoed uit te laten over deze kwestie. Mijn redenatie was dat de regel dat
iedereen in een bedrijf een broek moet dragen, indirect discriminerend werkt
voor vrouwen omdat immers vrouwen daar het meeste onder "te lijden"
zullen hebben. Natuurlijk zijn er veel vrouwen die het dragen van een broek geen
enkel probleem vinden, maar als er een groep is die tegen die regel bezwaar zal
kunnen hebben dan zijn dat natuurlijk vrouwen. De commissie was het helaas niet
met mij eens en oordeelde dat de broek als kledingstuk voor zowel mannen als
vrouwen als een algemeen maatschappelijk aanvaard kledingstuk wordt gezien. Er
is dus geen sprake van ongeoorloofd onderscheid. Voor de uitspraak klik hier.
2. De schorsing zonder doorbetaling
van salaris.
De werkneemster was naar huis gestuurd waarbij ook haar salarisbetalingen
waren stopgezet. Normaliter is schorsing of op non-actiefstelling mogelijk,
echter alleen met behoud van salaris en gesteld dat de werknemer bereid en in
staat is de bedongen arbeid te verrichten. Zelfs als de reden van de schorsing
te wijten is aan de werknemer. Omdat werkneemster al enige tijd geen salaris
kreeg uitbetaald, heb ik een kort geding aanhangig gemaakt bij de Kantonrechter
waarbij naast doorbetaling van het salaris ook weder tewerkstelling werd
gevraagd en wel in de door haar gemaakte rok. Zoals verwacht oordeelde de
Kantonrechter terecht dat werkgever de
salarisbetalingen moest hervatten. De vordering tot werder tewerkstelling lag
minder eenvoudig. De werkgever beriep zich onder meer op haar instructie
bevoegdheid en de voorbeeldfunctie van de werkneemster ten opzichte van de
overige SW-medewerkers.
Uitspraak in kort geding
De rechter heeft uiteindelijk de vorderingen van werkneemster toegewezen. Zij
moest in rok weer worden toegelaten tot
haar werkzaamheden en zij is gelukkig weer aan het werk. In rok!
Tegelijk met het kort geding had de werkgever ook een verzoek tot
ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, maar dit verzoek is naar aanleiding van het vonnis ingetrokken.
Het vonnis is hier gepubliceerd.
Conclusies:
- Het verplicht moeten dragen van een broek is geen ongeoorloofd onderscheid op grond van geslacht. Een broek is zowel voor mannen als vrouwen een naar algemene maatschappelijke opvatting een aanvaard kledingstuk.
- Schorsing of op non-actiefstelling van een werknemer zonder salaris is in strijd met de wet. Zelfs als de schorsing te verwijten valt aan gedrag van de werknemer.
- Bij de beoordeling of een werknemer "afwijkende" bedrijfskleding mag dragen, wordt gekeken naar de mate van de afwijking en de eventuele afbreuk die dit doet aan de professionaliteit en eenvormigheid van de bedrijfskleding, alsmede naar de belangen van de werkgever bij die eenvormigheid en professionaliteit. Ook wordt gekeken naar de belangen van de werknemer.